Waarom maken we anno 2025 nog een punt van iemands geaardheid?! Op vrijdag 3 oktober 2025 kijk ik op YouTube naar een uur durend item van Nieuwsuur. Zelf openlijk homoseksueel ben ik altijd nieuwsgierig naar dit soort onderwerpen. Laat mensen toch gewoon zijn wie ze zijn!
Maar ook ik moet niet naïef zijn. Hoewel we leven in een land met gescheiden machten, hebben religieuze stromingen nog steeds verregaande invloed, tot in de schoolboeken aan toe. De spanning tussen verschillende artikelen uit onze grondwet wordt hier pijnlijk zichtbaar. Er is zowel het verbod op discriminatie als de vrijheid van geloof. Beide vind ik een goede zaak, maar hier zie je dat dit schuurt.
Waar is je eigen denken gebleven?
Toch krijg ik er moeite mee wanneer ik mensen met droge ogen hoor zeggen: “Dit is de wil van de Here / God.” Ja, denk ik dan, en waar is jouw eigen vermogen tot nadenken gebleven? Je legt daarmee de verantwoordelijkheid volledig buiten jezelf.
Zelf ben ik als kind gedoopt in de rooms-katholieke kerk, zoals dat toen gebruikelijk was. Uiteindelijk heb ik me laten uitschrijven, vooral vanwege de misbruikschandalen die pijnlijk zichtbaar maakten hoe religieuze instituties hun macht konden misbruiken. Voor mij kan geloof nooit een excuus of dekmantel zijn voor onrecht.
Agnostisch, humanistisch, boeddhistisch…
Toch ben ik niet anti-geloof. Als mensen daar kracht en inspiratie uit halen? Vooral doen! Ik verwonder me regelmatig over het mysterie van ons bestaan. Er is zoveel dat ik niet begrijp, en misschien nooit zal begrijpen. Of er een God of hogere orde is, weet ik niet — en dat hoeft voor mij ook niet vast te staan. Mijn agnostische blik is geen afwijzing van het hogere, maar eerder een open houding: de bereidheid om het niet-weten te accepteren en daar nieuwsgierig naar te blijven.
Daarnaast voel ik me verbonden met het humanisme. Respect voor de waardigheid van ieder mens is voor mij een uitgangspunt. Ook als anderen mij dat respect niet altijd teruggeven, probeer ik open en met mededogen te blijven. Maar ik ben niet grenzeloos: wanneer iemand mij ten diepste afwijst of aanvalt, verdwijnt mijn respect. Soms tijdelijk, soms blijvend. Ik laat mij niet verdrukken door de waarheid van anderen.
Meditatie helpt mij om in dit alles stevig en mild te blijven — althans, ik doe mijn best. Mindfulness geeft me de ruimte om stil te staan bij gedachten en emoties, om patronen te zien zonder ze meteen te veroordelen. Het is een praktijk die me voedt, zonder dat ik me boeddhist noem of aan een religie verbind. Ik zoek wijsheid in stilte, in de ontmoeting met anderen en in filosofie. Ik wil het mysterie van het bestaan omarmen, maar nooit gebruiken om een ander af te wijzen of te ontmenselijken.
Waarom “homo zijn, maar niet doen” geen echt respect is
Daarom verzet ik mij tegen opvattingen als: je mag wel homo zijn, maar niet homo doen. Zo’n houding miskent de kern van mens-zijn: dat we ons verlangen en onze liefde mogen uitdrukken en delen op een manier die bij ons past. Zeker zolang we daar anderen geen kwaad mee berokkenen. Respect dat alleen geldt zolang iemand zijn diepste gevoelens verzwijgt of geen uiting mag geven aan wie hij of zij is, is schijnrespect. Voor mij zijn liefde en authenticiteit geen zonden, maar bronnen van menselijkheid.
Een ervaring in de klas
Ik herinner me een keer dat ik als voorlichter op een school lesgaf over homoseksualiteit. Het was een klas met jongeren, met een niet westerse migratieachtergrond. Voor veel van hen — mede door hun religieuze achtergrond — stond dit onderwerp ver van hun bed. Voor sommigen was afwijzing bijna vanzelfsprekend.
Tot ik een brug wist te slaan. Eén van de jongens (ik weet niet meer uit welk land hij kwam) vertelde dat hij christen was in een islamitisch land. Hij had moeten vluchten vanwege vervolging om zijn geloof. Toen zei ik: “Zie je, dan zijn wij eigenlijk niet zo anders. Jij weet hoe het voelt om niet jezelf te mogen zijn. Voor jou ging het om je geloof, voor mij om mijn geaardheid.”
Ik voegde er eerlijk aan toe: vluchten voor vervolging is natuurlijk van een andere orde dan in de kast zitten. Maar onderliggend gaat het om hetzelfde: het recht om jezelf te zijn, zonder angst. Op dat moment gebeurde er iets. Hij wees mijn daden nog steeds af, maar míj als persoon niet meer. En dat in minder dan een uur voor de klas te hebben gestaan.
Slotreflectie
Die ervaring liet me zien dat “homo zijn, maar niet doen” soms een begin kan zijn. Het kan een eerste opening zijn naar gesprek, naar wederzijds begrip. Maar als het daar bij blijft, is het onvoldoende. Want dan erken je iemands bestaan, maar niet diens leven. En dat was ook precies de tendens in de uitzending die ik zag: alsof half respect genoeg zou zijn. Voor mij is duidelijk: echt respect betekent dat je iemand volledig ziet — als mens, met liefde, vrijheid en authenticiteit. Gelukkig kwam ook dat voorbij in de uitzending. Het kan dus wel, en dat geeft hoop.