Labels zijn sterk aanwezig in onze maatschappij, maar bieden zelden oplossingen. Dit artikel pleit voor meer openheid en waardering van diversiteit en laat zien hoe we individuen kunnen waarderen zonder ze te reduceren tot een diagnose.
Zijn we te ver doorgeschoten met labels in Nederland?
In Nederland geven we sneller labels aan mensen dan in andere Europese landen. Het aantal diagnoses neemt zo sterk toe dat het niet bijzonder meer voelt om een label te hebben. Labels verliezen hun waarde en lijken steeds vaker slechts een lege huls. Het roept de vraag op: moeten we langzamerhand zelfhulpgroepen starten voor mensen zonder diagnose?
Wat is normaal?
Hoe bepalen we wat normaal is? Onlangs zag ik een programma waarin jongeren en jongvolwassenen spraken over hun diagnose. Vaak hadden ze niet zelf om die diagnose gevraagd, maar wilden hun omgeving afwijkend gedrag verklaren. Helaas blijkt een label het leven niet makkelijker te maken. Dit geldt vooral voor mensen die intellectueel en emotioneel op een normaal niveau functioneren, maar toch tussen wal en schip vallen. Ze horen nergens echt bij en worden vaak onterecht buitengesloten.
Een prestatiegerichte maatschappij
Onze maatschappij is enorm prestatiegericht. Alles wat afwijkt van de norm wordt gezien als ballast. Dit heeft ons minder tolerant gemaakt, terwijl een stap terug naar meer openheid hard nodig is. Veel mensen kunnen of willen niet in het hoge tempo van de huidige samenleving meekomen, simpelweg omdat zij de wereld anders waarnemen en beleven. Tegenwoordig noemen we dat neuro-atypisch.
Labels worden vaak ingezet om deze mensen ‘buiten spel’ te zetten. Dit leidt tot hoge kosten voor uitkeringen en subsidies, terwijl de onderliggende problemen blijven bestaan. Het geeft de illusie van een oplossing, maar verplaatst de uitdagingen alleen.
Een milde reset is nodig
De oplossing ligt in een combinatie van eenvoud en samenwerking. Laten we een stap terug doen: minder focus op prestaties, meer ruimte voor begrip en diversiteit. Dit vraagt om het afzetten van oogkleppen en het herontdekken van menselijkheid. Door anderen te zien in plaats van te beoordelen, kunnen we zowel genieten van wat we hebben als maatschappelijk verantwoord bezig zijn.
Werk en identiteit
Werk speelt een centrale rol in onze maatschappij én in onze identiteit. Vraag een Nederlander wie hij is, en je krijgt vaak als antwoord: “Ik ben [naam] en ik doe [werk].” Voor mensen die niet binnen de standaardnormen kunnen werken, zijn uitkeringen soms noodzakelijk, maar voor anderen werkt dit juist belemmerend.
Veel getalenteerde mensen met een beperking willen graag bijdragen, maar krijgen niet de kans omdat ze niet passen binnen de maatschappelijke kaders. Hier ligt een gemiste kans: bedrijven zouden meer moeten inzetten op het benutten van de unieke talenten van deze groep, zonder afhankelijk te zijn van subsidies of tijdelijke regelingen.
De kracht van diversiteit
Elke beperking is anders, net zoals elk mens uniek is. Het ene label zegt niets over de ander, en een diagnose zegt niet altijd iets over de zwaarte van iemands beperking. We moeten af van denken in termen van ‘problemen’ en meer kijken naar kansen en talenten.
Bovendien is het belangrijk om niet alleen in winst in euro’s te denken, maar ook in kwaliteit van leven en geluk. Solidariteit op de werkvloer – waarbij mensen elkaar ondersteunen – draagt hieraan bij. We moeten verder kijken dan de standaardnormen en erkennen dat iedereen zijn eigen pad bewandelt.
Een wereld met minder labels
Met een open houding en meer begrip zouden we minder behoefte hebben aan labels. Veel mensen met een diagnose ervaren dit juist als een beperking in plaats van een hulp. Een diagnose suggereert vaak een defect, terwijl het simpelweg een andere manier van waarnemen of functioneren kan zijn.
Laten we bewust omgaan met labels. Niet iedereen die structuur nodig heeft, is autistisch. Niet iedereen die druk is, heeft ADHD. Niet iedereen die somber is, heeft meteen last van een depressie. Door diagnoses te bagatelliseren, doen we mensen tekort die écht gebaat zijn bij ondersteuning.
Conclusie
Door meer openheid en minder hokjesdenken kunnen we de talenten van iedereen benutten. Een diagnose moet geen obstakel zijn, maar een middel om mensen écht te begrijpen en kansen te bieden.
Als je hulp nodig hebt
Een label of niet, iedereen kan op een bepaald moment in zijn leven te maken krijgen met psychische problemen. Goede en professionele hulp kan dan heel belangrijk zijn. Hoewel er niks mis is met zelfhulpgroepen en/of eens een goed gesprek met een goede vriend of buur, is dat lang niet altijd toereikend. Een eerste stap is meestal contact met je huisarts. Deze kan je doorverwijzen naar de POH-GGZ of naar een psycholoog. Deze zorg wordt veelal vergoed door de verzekering, keerzijde is dat er voor dit soort hulp vaak lange wachtlijsten zijn. Niet iedereen kan of wil daar op wachten.
Je kunt ook terecht bij vrijgevestigde therapeuten. Vaak moet je de behandelingen zelf betalen, al zijn er soms vergoedingen mogelijk. Een goede vriend van mij is heel goed geholpen door Praktijk Ubuntu (Carla Reginald). In afwachting van behandeling bij de GGZ heeft Carla voor overbrugging gezorgd. Herkenning en erkenning van iemands ‘lijdenslast’ is vaak al een belangrijke eerste stap.
Ik schreef dit blog oorspronkelijk in 2013. Desondanks denk ik dat het anno 2024 nog steeds relevant is en daarom staat het in licht aangepaste vorm hier online.