Mental Health

We zijn in Nederland nogal weg van mensen labels geven, meer dan in welk Europees land dan ook. Er lijkt zelfs zo’n (ongevraagde) opmars te zijn in mensen met een “label” dat het bijna niet speciaal meer is om nog iets bijzonders te hebben. Mensen weten vaak het label niet meer op waarde te schatten omdat het zoveel voor komt dat het een lege huls wordt. Nog even en we moeten zelfhulpgroepen gaan maken voor mensen zonder diagnose.

Wat is normaal? Hoe bepalen we dat?

Een hele tijd geleden zag ik op TV een programma, waarin diverse jongeren en (jong)volwassenen aan het woord kwamen die allen een predicaat hebben van een of ander syndroom. Een deel van hen had hier zelf niet om gevraagd, maar de omgeving wist zich geen raad met dit afwijkend gedrag en wilde daarom een diagnose. Hadden ze toen maar geweten hoeveel moeilijkheden ze erbij zouden krijgen, het heeft hun leven er niet bepaald makkelijker op gemaakt. Voor de volledigheid, ik heb het hier over een “doelgroep” (ook al vind ik dat een vreselijk woord!) die zowel qua intelligentie als emotionele ontwikkeling op “normaal” niveau functioneert. En juist voor die groep wil ik een lans breken en toonzetten omdat zij telkens weer tussen wal en schip vallen: ze horen noch bij het een noch bij het ander.

Prestatiegericht

Regelmatig betrok ik wat er besproken werd op mijn eigen leven met al zijn facetten, en kon ik niet anders dan tot de conclusie komen dat we in veel opzichten best wel intolerant zijn geworden. Alles wat buiten de norm valt is een soort van ballast. Dat moeten we anno nu niet meer willen, maar een weg terug naar meer openheid en tolerantie is lastig te realiseren, we leven in een maatschappij die alleen maar draait op prestatiegerichtheid, consumeren, nog meer, nog beter, tijd is geld ect. We zijn allemaal zo gefocust op streven naar weet ik veel wat allemaal, dat we volledig zijn vergeten dat er ook nog mensen bestaan die niet altijd in dit tempo mee kunnen of willen gaan, omdat zij nu eenmaal de wereld op een andere manier waarnemen en beleven als andere mensen.

Juist voor die mensen lijken de labels uitgevonden om ze legitiem “buiten spel” te kunnen zetten, wat vervolgens weer gecompenseerd moet worden met miljoenen aan uitkeringen en subsidieregelingen (zolang het de overheden goed uitkomt) want in Nederland laten we niemand aan zijn/haar lot over… dat is het idee. Het punt is alleen wel, dat je hiermee het werkelijke probleem niet oplost en het alleen maar verplaatst van punt A naar punt B, en dat heeft mensen nog een goed (maar volledig misplaats) gevoel ook.

Een milde reset

De oplossing hiervoor is echter vrij simpel en tegelijkertijd ook weer complex, alleen moeten we niet op elkaar gaan zitten wachten tot iemand het voortouw neemt, maar gezamenlijk een andere richting op willen. Laten we gewoon allemaal eens een klein stapje terug doen! Even een versnellinkje terug… en, laten we vooral onze ogen weer eens opendoen en tegelijk onze oogkleppen afzetten, zodat we mekaar weer kunnen zien in plaats van bekijken. Ook dan kunnen we nog steeds zonder dat we iets tekort komen genieten van alles wat we hebben en verliezen we mekaar niet uit het oog. Dan zijn we echt Maatschappelijk Verantwoord bezig!

Met betrekking tot het werk

Waarom ik hier zo de nadruk op leg is omdat onze maatschappij nu eenmaal draait op een economie die door het arbeidsleven draaiende gehouden moet worden, wat ook weer betekend dat veel mensen daar hun identiteit aan ontlenen. Vraag maar eens aan een gemiddelde Nederlander: vertel even wie je bent… Dan hoor je bijna altijd: mijn naam is… en ik doe… ik ben… ik heb… ect.

Iemand die niet kan werken een uitkering geven kan een goede oplossing zijn. Voor iemand die niet kan werken binnen de gestelde normen en kaders is dit geen goede oplossing! Laat ik er geen misverstand over bestaan: ik vind dat we heel goed moeten zorgen voor mensen die vanwege redenen echt niet kunnen werken. Aan de andere kant vind ik ook dat we moeten stoppen met het verkwisten van talenten van mensen die wel kunnen werken (en dit vaak ook heel graag willen!) maar hiertoe de kans niet krijgen omdat ze vanwege hun beperking(en) (of liever gezegd, hun andere manier van reilen en zeilen in de wereld) niet mee kunnen doen en/of niet te plaatsen zijn binnen de kaders en eisen die maatschappelijk bepaald zijn.

Iedereen heeft tegenwoordig zijn mond vol over maatschappelijk ondernemen, groen ondernemen en weet ik wat allemaal. Maar dan moet dat het liefst wel kunnen en passen binnen dezelfde kaders en normen die er zijn, anders is het te veel gedoe. Oké ik geeft toe, er zijn enkele bedrijven (ik kan ze echter op een hand tellen) die boven het maaiveld uitsteken en het anders doen. Uiteindelijk zou dit voor iedereen moeten gelden, want nu heb je alleen recht op hulp en voorzieningen met een label en hoe moet dat eruit gaan zien als 80% van de bevolking straks “iets” heeft en de overige 20% “normaal” is? Snap je waar ik heen wil?

Wat zou kunnen helpen:

    • Kijk naar de talenten die mensen met een “beperking” hebben, zoals ieder mens uniek is hebben ook zij hun eigen talenten en sterke eigenschappen, soms zelfs sterker ontwikkeld als gewoonlijk. Ben je er ook van bewust dat geen twee mensen hetzelfde zijn, voor labels geld precies hetzelfde, de ene persoon met adhd of autisme is de andere niet. Bovendien zegt de naam van het label lang niet alles over de zwaarte en inhoud omdat er veel diversiteit en criteria bestaan.
    • Denk niet alleen in termen van winst in geld, maar ook in winst van geluk en kwaliteit van leven. Ben bereid iets minder over te houden (en nog steeds genoeg) om meer mensen aan het werk te helpen, die zo hun bijdrage kunnen leveren aan de hele samenleving. Liefst zonder allerlei regelingen en subsidies. Het is fijn dat ze er zijn, maar het werkt aan de andere kant ook heel marginaliserend.
    • Solidariteit kan ook op werkplekken geïntegreerd worden: voor elkaar, met elkaar en door elkaar. Dit kan inhouden dat iemand soms wat meer hooi op zijn vork krijgt als iemand anders. Vergeet echter niet dat het geen verdienste is dat iemand in een situatie zit waardoor hij minder kan dan iemand anders.
    • Schaf op termijn subsidies af voor werkplekaanpassingen, loondispensaties ect. Subsidies zijn enkel en alleen doekjes voor het bloeden, en dus kortetermijnoplossingen. Het stimuleert werkgevers op de lange termijn helemaal niet zelf te investeren in een groep mensen die steeds groter wordt.
    • Er zijn altijd meerdere wegen naar Rome: iedereen werkt anders, verwerkt informatie anders en ziet dingen anders. Uiteindelijk komt iedereen van punt A naar punt B en daar gaat het om! Heb respect voor die diversiteit van iedereen. Als het allemaal een tandje minder kan, maakt het ook veel minder uit hoe iemand er komt, het gaat erom dat hij er komt! De een heeft een voorkeur voor de auto, een ander voor de motor. Is de meest gebruikte ook altijd de efficiëntste/beste?
    • Oordeel niet te snel op wat je waarneemt, ga in gesprek als er zaken in jouw ogen niet duidelijk zijn of niet kloppen. Niet alles is wat het lijkt, en wat het lijkt is niet altijd wat het is. Probeer ook niet altijd alles te willen/moeten begrijpen, dingen zijn soms zoals ze zijn.
    • Besef dat veel handicaps en beperkingen pervasief zijn. Dat wil zeggen: het komt voor/terug in elk aspect van het leven. Niet alleen tijdens het werk heeft iemand er mee te maken, ook in de privé, relatie en hobby sfeer.

Een open-mind = minder labels

Waar het kort samengevat om gaat is dat we met een wat meer open houding en mind, minder behoefte zouden hebben aan allerlei labels. Er is simpelweg een grote groep mensen voor wie labels helemaal niet functioneel zijn omdat het maar zeer de vraag is of zijn wel een stoornis hebben. Het insinueert dat iemand een defect heeft, terwijl dat misschien helemaal niet zo is. Het gaat om een grote groep mensen die het leven en de wereld op een andere manier beleefd en ervaart dan maatschappelijk aanvaard is. Vaak is de handleiding die met een diagnose meekomt ook weinig tot niet toepasbaar. Sterker nog, deze kan leiden tot denken vanuit een handicap-model in plaats van een mogelijkheden-model, wat iemand onnodig kan inperken.

Laten we ook even goed voor ogen houden dat:

  • Niet iedereen met behoefte aan structuur ‘een autist’ is.
  • Niet iedereen die ‘een beetje druk is’ ADHD heeft.
  • Je niet meteen een depressie hebt als je een beetje somber bent.
  • Etc.

Immers, door zo lichtvoetig met deze termen om te springen, doe je mensen tekort die wel recht en baat hebben op een serieuze diagnose. Voor deze mensen die echt niet mee kunnen zijn goede voorzieningen ook erg belangrijk, en dat geld ook voor de handleiding die ook meekomt met de diagnose. Ik heb me in dit artikel echter bewust beperkt tot de eerste doelgroep, omdat ik daar zelf ook bij hoor en dus de meeste binding mee heb. Ik ken veel hoog-functionerende mensen met een milde vorm van autisme, ADHD etc. waarvoor hun diagnose eerder een vloek is dan een zegen.

Als je hulp nodig hebt

Een label of niet, iedereen kan op een bepaald moment in zijn leven te maken krijgen met psychische problemen. Goede en professionele hulp kan dan heel belangrijk zijn. Hoewel er niks mis is met zelfhulpgroepen en/of eens een goed gesprek met een goede vriend of buur, is dat lang niet altijd toereikend. Een eerste stap is meestal contact met je huisarts. Deze kan je doorverwijzen naar de POH-GGZ of naar een psycholoog. Deze zorg wordt veelal vergoed door de verzekering, keerzijde is dat er voor dit soort hulp vaak lange wachtlijsten zijn. Niet iedereen kan of wil daar op wachten. Je kunt ook terecht bij vrijgevestigde therapeuten. Vaak moet je de behandelingen zelf betalen, al zijn er soms vergoedingen mogelijk. Een goede vriend van mij is heel goed geholpen door Praktijk Ubuntu (Carla Reginald). In afwachting van behandeling bij de GGZ heeft Carla voor overbrugging gezorgd. Herkenning en erkenning van iemands ‘lijdenslast’ is vaak al een belangrijke eerste stap.

Ik schreef dit blog oorspronkelijk in 2013. Desondanks denk ik dat het anno 2024 nog steeds relevant is en daarom staat het in licht aangepaste vorm hier online.